Anesthesieweetjes voor de patiënt !!!   E-mail: rudy@yucom.be Verloop?
Start Omhoog Alles wat je  wilde weten, maar..... Anesthesietypes Favorieten

 

Men kan verschillende fasen onderscheiden in het verloop van een algemene verdoving: de voorbereiding, de eigenlijke verdoving en de ontwakingsfase.

De voorbereiding: ongeveer 1 uur voor de operatie krijgt de patiënt zijn premedicatie. Dit is een kalmerings- of slaapmiddel, wat onder pilvorm of spuitvorm wordt toegediend. De bedoeling is, de patiënt in rustige omstandigheden naar de operatiezaal te brengen, waarbij de verdere voorbereidingen ook in alle rust kunnen plaatsvinden: de patiënt wordt naar het operatiekwartier gebracht, hij wordt verzocht plaats te nemen op de operatietafel, electroden worden op de borstkas aangebracht om de hartslag- en ritme te volgen, een bloeddrukmeter komt rond de arm, op de vingernagel wordt een O2-saturatiemeter geplaatst dewelke een meting doet van de in het bloed aanwezige zuurstof. Vervolgens brengt de anesthesist een naaldje aan in de hand of voorarm, waaraan een infuus met zoutoplossing wordt bevestigd. Langs dit infuus gaat de verdovende medicatie worden toegediend.

De eigenlijke verdoving: via het infuus spuit de anesthesist de bovenvermelde medicatie in (slaapmiddel, pijnverdoving, spierverslapping), om de patiënt onder narcose te brengen. Wanneer deze stopt met zelf te ademen, neemt de anesthesist manueel( met een zuurstofmasker en ballon) of machinaal( met een endotracheale tube, een "buis", in de luchtpijp en een beademingstoestel) de ademhalingsfunctie over.

Nu kan de operatie uitgevoerd worden.

Terwijl dit gebeurt gaat de anesthesist verdere medicatie toedienen om de anesthesie te bestendigen; intussen gaan een aantal vitale parameters automatisch gemeten en op een scherm getoond worden: hartritme, bloeddruk, zuurstofsaturatie of de concentratie zuurstof in het bloed, temperatuur, CO2-monitoring. De anesthesist blijft van bij de aanvang van de operatie, tot het ontwaken van de patiënt in diens onmiddellijke buurt, zodat hij direct op eventuele problemen kan reageren.

De ontwakingsfase: wanneer de operatie gedaan is, gaat de anesthesist de anesthesie beëindigen. De toediening van anesthesiegassen en intraveneuze anesthesieproducten wordt stopgezet, de patiënt krijgt zuivere zuurstof toegediend. Door het stopzetten en uitwerken van deze medicatie gaat de patiënt stilaan ontwaken; hij herneemt zijn eigen ademhalingsritme; het bewustzijn en plaatsbesef keren terug. In de ontwakingskamer komt de patiënt volledig tot bewustzijn, maar kunnen ook pijn, misselijkheid, keelpijn optreden. Deze ongemakken kunnen meestal op een eenvoudige manier worden verholpen. Na een periode van observatie in deze ontwakingskamer keert de patiënt terug naar zijn kamer.